Het viel mij direct op, dat de muziek op de radio in die tijd behoorlijk actueel was. In Nederland duurde het even voordat we nieuw uitgebrachte Amerikaanse nummers te horen kregen. We luisterden vooral naar de zenders met moderne muziek. Er waren ook andere zenders, die de hele dag Antilliaanse muziek ten gehore brachten. Wij luisterden naar Radio Hoyer die veel Amerikaanse en wat Nederlandstalige muziek de ether in gooiden.
Veel muziek is voor mij direct verbonden aan ons verblijf op Curaçao. Dus als ik 'Blame it on the Bossa Nova' hoor of bepaalde nummers van Brenda Lee, Paul Anka, Elvis Presly, Rick Nelson enz. , zie ik onze huiskamer aan de Navajosweg. Dat geldt ook voor veel andere hits uit die eerste jaren van de sixties.
Toch had ik ook wel oren naar Antilliaanse muziek. Hoofdzakelijk vanwege de vrolijkheid die daar vanuit ging. Ik had ook een jonger zusje en broertje die vaak meezongen met die liedjes. 's Avonds, als we op de veranda zaten, hoorden we soms in de verte het geluid van een steelband. Prachtig!
Hoera, het regent!
mijn broer Joop met de kleine Rita |
De eerste keer dat we een regenbui meemaakten, zagen we onze Antilliaanse vriendjes naar buiten rennen en in de stromend regen dansen. Een waar feestelijk schouwspel om te zien. Voor ons reden omdat ook maar eens te doen. Het is heel apart om in die temperatuur nat te worden. Het klappertanden ontbreekt! Het zijn meestal korte stortbuien, dus dat miezerig weer zoals we dat in Holland kennen, kent men hier niet. Voor even is de stoffige boel buiten weer schoongespoeld. Voor even maar.
Navajosweg 11 met molen en Emmakerk (achtergrond) |
Luis
Maribomba's |
Luis ging niet naar school, want dat hoefde hij niet zei hij. Als je hem vroeg wat hij later wilde worden, dan kwam ie weer trots op zijn grote voorbeeld, zijn oudere broer, terecht. Er brak een periode aan waarin Luis plotseling uit beeld was. Zijn moeder wist ook niet waar hij was.
granaatappels |
Gedichten en molentjes
Marnix plein |
Ik bewaarde de stokjes van waterijsjes. Ik nam ze mee naar school en hield ze voor de les even onder het koude water van de cooler. In de klas begon ik een stokje te buigen in de vorm van een propeller. Als dat ongezien gelukt was, prikte ik hem op een ander stokje. Zo had ik een windmolentje. Dat stak ik op mijn tafeltje en let hem dan draaien in de wind die door de deur naar binnen kwam. Ik kon uren naar dat molentje kijken. Ik bracht kleuren aan op de uiteinden, zodat het nog vrolijker werd.Was er toch nog iets van kleur en beweging tijdens die saaie lesuren. Maar de muziek....
Abonneren op:
Posts (Atom)