Luis


Maribomba's
Aan de Navajosweg, in het eerste deel dat op de Arowakenweg aansluit, woont een Portugees gezin. Vader en moeder hebben twee zonen: Luis en zijn grotere broer. Luis was wat jonger dan ons en liep er als een echt schoffie bij. Het leek wel of ie zich weken niet waste. Hij schepte graag op over zijn grote broer. Met trots riep hij dan : "Main broer ies goete! Hij ies één dief!" Daar moesten we altijd hartelijke om lachen, want wij hadden tot dan geen last van die broer. Luis begreep niet waarom we lachten en herhaalde die zinnen dan een paar keer. Zijn ouders bezaten een boomgaard met allerlei soorten fruitbomen. Ze hielden ook kippen. We kochten daar geregeld fruit en eieren. We werden meestal geholpen door zijn moeder. Die sprak geen woord Nederlands, dus was het onze taak om ons verstaanbaar te maken in het Papiamentu. Soms, als Luis er was, hadden we een tolkje.
Luis ging niet naar school, want dat hoefde hij niet zei hij. Als je hem vroeg wat hij later wilde worden, dan kwam ie weer trots op zijn grote voorbeeld, zijn oudere broer, terecht. Er brak een periode aan waarin Luis plotseling uit beeld was. Zijn moeder wist ook niet waar hij was.
granaatappels
Een paar jaar gelden kwam mijn zus de naam van Luis tegen in het Brabants dagblad. Hij werd in een advertentie opgeroepen zich te melden bij de rechtbank. Over zijn broer werd niets gemeld.