|
mijn broer Joop met de kleine Rita |
Curaçao heeft een heerlijk klimaat van gemiddeld zo'n 27 Celcius. De Noordoostpassaat zorgt voor verkoeling overdag. Soms valt de wind weg. Dat heeft te maken met orkanen die op grote afstand, ter hoogte van de Bovenwindse eilanden, voorbij trekken. Ze kunnen flinke hoosbuien veroorzaken. In de regentijd, die van oktober tot in januari duurt, valt ongeveer zo'n 50 tot 75 mm regen.
De eerste keer dat we een regenbui meemaakten, zagen we onze Antilliaanse vriendjes naar buiten rennen en in de stromend regen dansen. Een waar feestelijk schouwspel om te zien. Voor ons reden omdat ook maar eens te doen. Het is heel apart om in die temperatuur nat te worden. Het klappertanden ontbreekt! Het zijn meestal korte stortbuien, dus dat miezerig weer zoals we dat in Holland kennen, kent men hier niet. Voor even is de stoffige boel buiten weer schoongespoeld. Voor even maar.
|
Navajosweg 11 met molen en Emmakerk (achtergrond) |
Het regenwater werd opgevangen in grote bassins, die zich onder de huizen bevonden. In Holland was dat de kruipruimte, maar op Curaçao was het een betonnen bassin. Vandaar dat bij de meeste woningen een trap toegang gaf tot de hoger gelegen woonruimte. Het water kon met een handbediende pomp (lijkt op een membraanpomp) die tegen een muur was gemonteerd omhoog gepompt worden. Het werd gebruikt om te wassen, de veranda schoon te maken en voor de planten. Bij ons aan de Navajosweg stond een grote windmolen in de tuin. Die pompte water omhoog. Zowel wij als de buren beschikten over een grote ton ( oud olievat) waarin het water werd opgevangen. Het uiteinde van de aanvoerpijp bevatte een binnenband van een auto met een uitloop. De band maakte het mogelijk om de uitloop van de ene in de andere ton te doen. Uit die ton werd met behulp van een emmer water gehaald voor de planten. De buren wasten zich met dat steenkoude bronwater.