Missie volbracht!

Ilandweg 9
Toen we de huurauto hadden opgehaald, begon voor mij pas echt mijn 'vakantie'. Tussen aanhalingstekens, want het was een soort pelgrimstocht. We zaten namelijk niet met z'n tweetjes in die kleine Kia Picanto. Nee, in die kleine wagen zaten we met z'n achten! Dat was nog erger dan toen in die VW kever. In mijn gedachten reden zes personen mee. Mensen die ik graag wilde meenemen naar die speciale plekjes. Mijn beide ouders en broers, mijn neef Jacques en zwager Jan V waren er ook bij. Een bijzonder detail : ik stond letterlijk in Jans schoenen. Die sandalen heb ik na zijn overlijden gekregen van mijn zus.
Navajoweg 11
Het was in februari 2001 toen ik aan mijn doodzieke broer Ruud vroeg of hij nog bepaalde wensen had. Wensen die ik voor hem kon realiseren. We zaten naast elkaar op de bank naast zijn bed. We keken naar buiten, naar het karige groen in de tuin en de vogels. De zon scheen flauw. Hij antwoordde, dat hij geen wensen had. Ik zei toen dat ik er wel eentje wist : Curaçao! Heel even zag ik zijn ogen glinsteren. Heel even klaarde zijn gezicht op. Toen zei hij : "Ja, maar dat kan ik niet meer opbrengen broer." Het was alsof ik een dreun incasseerde. We hebben beiden gehuild. Hij had zich al die tijd groot gehouden en ik was, tegen beter weten in, daarin meegegaan. Ik beloofde toen mezelf en hem toch een keer terug te gaan.


 Aan dat voorval moest ik weer denken tijdens de (wat later bleek) laatste wandeling met mijn zwager Jan. Ook hij was van plan nog een keer naar Curaçao te gaan. Ooit een bijna traumatisch eiland voor hem, dat na zijn eerste bezoek hem veel goed gedaan had. Maar een tweede bezoek heeft hij niet mogen meemaken.
Maar dit keer ging ook hij mee. Met de sandalen van Jan stond ik letterlijk in zijn schoenen en zijn we via de Ilandweg naar de Navajoweg gelopen. Ik herinner me dat Jan en mijn zus die weg niet konden vinden toen zij op het eiland vakantie hielden. Zo lastig was het niet voor mij; gewoon de Ilandweg uitlopen, dan op de t-splitsing (Siouxweg) rechtsaf en daarna weer op een t-splitsing (Navajoweg) weer rechtsaf. Beide wegen lopen parallel langs elkaar. De beide adressen liggen hemelsbreed nog geen 100 meter van elkaar verwijderd.
Nu weet Jan het wel. Met de groep heb ik ook over de zee gestaard vanaf het strand bij St Michiel en Westpunt en herinneringen opgehaald. Ik heb ze de woeste golfslag bij Sheta Boka laten zien. Later zijn we door het centrum van Willemstad gewandeld. Daar hebben we de plekjes bezocht, waar ik ooit ook kwam als mijn ouders boodschappen gingen doen. Met de overdekte - en de drijvende markt centraal. Vlak voor ons vertrek naar Nederland (we hadden nog 25 minuten de tijd) moest en zou ik voor mijn broers en neef Jacques nog even naar dat gedenkteken van de vlucht van de Snip bij Hato lopen. Daar namen we ooit afscheid van Jacques, die na zijn bezoek met een vliegtuig weer terugkeerde naar zijn schip dat in die periode in een of andere buitenlandse haven lag afgemeerd. Zo vloog hij ook een keer via Amerika terug naar Nederland. In een flink tempo liep ik naar het gedenkteken. Bij toeval(?) stopte daar een auto met iemand van de bewaking. Ik vroeg aan die meneer of hij een foto van ons wilde maken. Nou ja 'ons', ik was er voor hem alleen.Hij maakte vriendelijk lachend een paar foto's van een malle toerist die per se met die paal op de foto wilde. Toen ik weer terugliep, leek het alsof ik in juichstemming gedragen werd naar de vertrekhal. Mijn missie was geslaagd!
Natuurlijk heb ik de hele groep weer meegenomen naar Nederland. Eén keer afscheid nemen vind ik meer dan genoeg. Het gemis is anders zo groot. Ik houd ze liever bij me. Ik heb een aantal berichten over deze korte vakantie op het gewone blog geplaatst onder het label Vakantie 2018.

Seksuele voorlichting

Tijdens die zeer gezellige avond met mijn voormalige buurjongen en -meisjes, kwam natuurlijk ook de gezinssamenstelling in de jaren 1962 - 1963 ter sprake. Dat onderwerp leidde ertoe, dat de geboorte van mijn jongste zus ter tafel kwam. Mij werd het hoe en wat gevraagd, omdat er toch een waas van geheimzinnigheid rond die zwangerschap heerste. Ik vertelde toen hoe het zat. Nou ja, hoe die situatie in mijn geheugen van toen was opgeslagen.
Wij, jongens, werden er op een zonnige dag plotsklaps door een schoolvriendje op gewezen, dat mamma zwanger was. We reageerden nogal boos op die 'laster'. We kregen subiet mot met schoolvriend Mike. Maar we hielden ons in, want Mike Staal was een ervaren judoka. Ik weet niet meer of die bekendmaking aanleiding was voor mijn moeder ons naar de dominee te sturen voor een lesje seksuele voorlichting, of dat er een andere reden was. Misschien waren onze reacties of vragen daarover de aanleiding. Hoe dan ook we kregen seksuele voorlichting! De onthullingen van het voortplantingsgedrag van de mens vond op een woensdagmiddag plaats in een ruimte aan de achterzijde van de Emmakerk. Vol spanning en testosteron luisterden wij, pubers, naar dominee Terschegget.
staat er gekleurd op
Ik kan van die hele middag me slechts één uitspraak van de dominee herinneren. Hij zei al vrij snel : "Wij mensen doen het niet zoals de hondjes op straat." Het kan zijn dat ik die opmerking verkeerd interpreteerde. Maar ik zag dus twee honden voor me, waarvan de een de ander voortduwde. Dat was alles wat ik me van die middag kan herinneren. Voor de rest heb ik me nogal verveeld gevoeld.
Toen ons meer ervaren vriendje daarvan hoorde, nodigde hij ons uit voor een middagje bijles. Judoka Mike, bracht ons naar de koenoekoe ergens in de buurt van de Schuttersweg. Daar bleven we bij een kleine kudde kabritus (geiten) staan en begon Mike met de les. Wijzend op hitsige bokken die geiten beklommen, legde Mike uitvoerig uit, wat daar gebeurde en welke de overeenkomsten waren met het voortplantingsgedrag van mensen. We luisterden met ingehouden adem, rode gezichten (door de tropische zon) en enigszins opgewonden (ja, ik geef het toe) naar Mikes uitleg.
Later, veel later moet ik bekennen, dacht ik nog even aan die uitspraak van de dominee over die hondjes. Toen wist ik het zeker : de arme man had in tegenstelling tot vriend Mike een fantasieloos seksleven. Of zwakke knieën.

Naar Sheta Boka

Ook dit keer moet ik mijn extern geheugen raadplegen, om herinneringen weer voor de geest te halen. Het zijn niet alleen de foto's, maar ook mijn aantekeningen die mij weer tot menig 'O ja!'doen roepen. Ik heb de afgelopen week zoveel indrukken opgedaan en verhalen aangehoord. Mijn grijze emmertje stroomde geregeld over.
Zo was ik dus glad vergeten, dat het Christoffelpark beperkte openingstijden kent. Vanwege de warmte, want, zo vertelde de receptioniste, anders blijft de ambulance af en aan rijden om door de warmte bezweken bezoekers te helpen of af te voeren. Dan maar geen wandeling. We hadden geen zin om moeilijk te gaan doen, dus we waren ook niet van plan om vroeg uit de veren te komen voor een wandeling. De berg beklimmen was ook niet onze ding. Onze oude onwillige lichaamsscharnieren weerhielden ons daarvan. Dus bezochten we de kust bij Sheta Boka Park. Daar slaan de golven woest tegen de rotsachtige kustlijn, waar ze op een indrukwekkende manier uiteenspatten. De Noordoostpassaat waait er flink en zorgt voor de nodige verkoeling. Die wind waaide overigens een stuk harder dan dat ik me kon herinneren. Later werd dat vermoeden bevestigd door een eilandbewoner. Waarschijnlijk waaide het harder vanwege de beginnende orkaan-tijd.
Wat mij verder opviel was dat veel dieren minder schuw waren dan ik me kon herinneren. Ergens was dat logisch, want die beesten zijn gewend aan toeristen en ze pikken een graantje mee wanneer bezoekers iets nuttigen. Komt bij dat wij als jonge jagers ruim 50 jaar geleden andere bedoelingen hadden.
Verderop bevindt zich Westpunt. We besloten onze trip voort te zetten om daar een kijkje te gaan nemen.

Andere interesses


We gedroegen ons niet als de gemiddelde toerist, die ingaat op allerlei uitnodigingen van de plaatselijke aanbieders. Dus geen Mambo Beach, geen dolfijnen of duikgelegenheden en meer van dat soort zaken. Ik wilde plekken bezoeken, waar ik 55 jaar geleden ook kwam en een paar die ik alsnog wilde zien. En dus kwamen we op locaties waar nauwelijks toeristen te vinden waren.
Zoals gezegd kwamen we zodoende ook op Westpunt terecht. Daar zijn we in de jaren 1961-63 twee keer geweest. Mijn ouders zijn er nog een keer geweest, met onze neef Jacques die weer even langskwam. Daar zijn toen wat foto's van gemaakt.
Als eerste herkende ik het enorme rotsblok dat daar op het strand ligt. Eenmaal op het strand herkende ik weer het landschap om de baai. Maar nu was er een groot en een klein restaurant gebouwd. Op het strand zelf troffen we weer de lokale bevolking aan. Geen toeristen, wij waren de enigen. We hadden de zwemkleding mee en dus hebben we heerlijk gezwommen in het bijna warme water (27 graden Celsius), terwijl onder ons de vissen zwommen. Net alsof we in een enorm tropisch aquarium beland waren. Prachtig! Er kwamen weer allerlei mooie herinneringen naar boven, want ook in de St Michielsbaai hebben we veel onder water gekeken en... gejaagd met onze zelf gemaakte harpoenen van mamma's breinaalden en garenklosjes. Haha! Die zelfbouw leerden we van de jongens daar.
Ik herinner me ook nog de vissers, die met hun vangst terugkwamen van zee. Ze stalden hun buit uit bij het strand. Ik zag toen voor het eerst de murene (een soort aal) met zijn angstaanjagende bek vol scherpe tanden. Brrr! Ik hoorde dat de visstand behoorlijk teruggelopen is.

Naar de St Michielsbaai


Omdat in de huurauto geen navigatie aanwezig was, werd ons geadviseerd een App te gebruiken. Zelf had ik in mijn grijze koppie de te rijden route geprobeerd op te slaan. Van 55 jaar geleden wist ik in grote lijnen de weg nog wel. Via Rio Canario, dan naar Julianadorp en vervolgens op de T splitsing van de (oude) weg naar Westpunt linksaf naar St Michiel. De App wees ons een andere route, die ons tot in de lokale koenoekoe leidde. Foute boel dus. Het werd toen een extra uitdaging, waarbij ik me probeerde te houden aan de hoofdwegen van toen en nu, terwijl de App bleef jammeren dat het stuur naar links en/of rechts gedraaid moest worden. Ik besloot toen de summier aanwezige bewegwijzering (soms oude, witte anwb-borden te volgen. Die bracht uitkomst.
Ook nu viel mij op dat er veel huizen gebouwd zijn. De weidse blik van toen over de koenoekoe is op veel locaties verdwenen. De locatie Boka Sami bij St Michiel was nieuw voor mij.
Bij de baai aangekomen herkende ik de plek waar we ooit gezwommen hebben. Ik herkende ook de omringende kustlijn, met rechts een heuvel en links een klif, waar ooit zomerhuisjes stonden. In een van die huisjes hebben we de laatste nachten voor ons vertrek naar Nederland doorgebracht.Het kleine stukje muur dat van de wal het water inloopt, was er nog wel. Er is nu enkel een duikclub op de plaats waar ooit de Marine een klein complex had. Het zag er nogal verpauperd uit. We spraken nog even met een meneer die daar aan het zwemmen was. Hij vertelde dat na een flinke storm veel vernield was langs de baai. Vandaar de wat verpauperde aanblik van het voormalig Marine zwemcomplex.

Voormalige adressen bezocht


Ilandweg 9
Het eerste wat we deden nadat we de huurauto hadden opgehaald, was onze voormalige woningen opzoeken. Dat zoeken viel reuze mee, want wat de mij bekende hoofdwegen betreft, is er niet veel veranderd. Ik draaide vanaf het hotel de Schottegatweg op en reed richting de Emmakerk. Even twijfelde ik, omdat ik onderweg geen Peter Stuyvesant college zag. Later hoorde ik dat het gebouw nog wel bestaat, maar dat de naam veranderd is.
Autorijden op Curaçao is een belevenis. Een kwestie van een rijbaan kiezen en karren maar. Dus men haalt zowel links als rechts in. Toch vereist het rijden meer oplettendheid, omdat men zich aanzienlijk minder aan de regels houdt en de geasfalteerde wegen niet bepaald van een vlak wegdek zijn voorzien. Vreemd voor een eiland waar al decennia een raffinaderij staat.
Bij de Emmakerk verliet ik de ringweg en zag direct het Marnix college, de school waar mijn broers, zusje en ik menige les gevolgd hebben. De school was krap 3 minuten lopen van ons eerste huis, aan de Ilandweg nr 9.
Ilandweg
Ik parkeerde de auto voor een minimarkt, die op de plek staat waar ooit een houten winkeltje stond. Dat winkeltje en nu de minimarkt staat tussen de Ilandweg en de Navajoweg. Voor een deel herkende ik de Ilandweg wel. Vooral de kant waar ons huis zich bevond. De andere kant, rechts, kent nu veel meer huizen, zodat ons tweede huis dat schuin tegenover het eerste staat, niet meer te zien was. We bekeken de woning en wandelden verder tot voorbij de bakkerij, waar de vader van onze overbuurjongen werkte. Dat was toen de Hollandse Bakkerij. Nu prijkt op de gevel met rood, wit en blauw een andere naam : Bakkerij De Molen. Na die bakkerij liepen we linksaf wat verder omhoog, richting het Ignatius-college. Ik herkende die school niet direct, want het eens ruime schoolplein was nu volgebouwd met allerlei houten gebouwtjes. Maar een groot bord schreeuwde ons de naam van de school toe. Zo kwamen we op de Navajoweg terecht. Rechtsaf, naar beneden staat het huis met nr 11.
Navajoweg 11
Dichterbij gekomen schrok ik van de staat van de woning : wat een verpauperd geheel!
De omgeving maakte me behoorlijk emotioneel. Het was vreemd om daar te zijn zonder mijn familie en dan met name hen die niet meer bij ons zijn. Ik heb heel mooie herinneringen aan die periode.
Tegenover de woning was ook bijgebouwd. Om het huis van de overburen was nu een muur opgetrokken, waar eens een hek met schapengaas de tuin afzette. Via de Navajoweg liepen we naar beneden richting de Emmakerk en de minimarkt. Ik zag dat de Portugees waar we groenten, fruit en eieren kochten daar niet meer woonde. Hij had daar een grote tuin waar groenten en fruit verbouwd werden. Daar liepen ook kippen rond. Er is in 55 jaar veel gebeurd.

Caracasbaai

We hebben voor slechts 3 dagen een huurauto tot onze beschikking. Dat was vooraf een weloverwogen besluit dat we genomen hebben. Het zou al een emotionele reis worden en misschien zou ik helemaal niet in staat zijn auto te gaan rijden. Maar ook deze drempel werd genomen vanwege een hoger belang : het eiland zien.
We besloten naar een strand te gaan. Een rustig strand, waar nauwelijks of geen toeristen zijn. Onze keus viel op Caracasbaai. Zonder problemen arriveerden wij bij het strand, dat een ris banken en tafels kende, die voorzien waren van parasols van palmbladeren. Er waren daar veel families die de tafels bezetten. Hier en daar stond de bbq aan. Afgaande op het gebeuren was het daar erg gezellig. Het lukte ons ook een tafel te bemachtigen. Er zat al een blanke vrouw, die de tafel graag met ons wilde delen. Alleen is ook maar alleen, zal ze gedacht hebben. We raakten in gesprek. Ze was op bezoek bij een dochter van haar, die op het eiland woont. Ze komt uit Litouwen en sprak wat moeizaam Engels en Duits. Ze maakte ooit deel uit van het nationale Sovjet handbalteam en verbleef zodoende geregeld in het buitenland.
Vlakbij was een eettentje waar van alles te koop was. In de baai lag een booreiland afgemeerd. Er was ook nog een restant te zien van een fort, Fort Beekenburg. Een opvallend bouwwerk aan de kust. We hebben daar aan het strand op een rustige manier de dag doorgebracht. We hebben gezwommen, gepraat, gelachen en gegeten en gedronken. De vrouw uit Litouwen nodigde ons nog uit om haar met de kampeerbus in Vilnius te bezoeken. Da's wel een flink eind rijden.

Eten bij Plasa Bieu


In het centrum van Willemstad zag ik een mij bekend gebouw. Daar zag ik in de jaren 60 met mijn moeder voor het eerst een markt, een pasar. Mijn moeder noemde die markt zo. Ze zag daar trouwens heel veel voor haar bekende dingen. Ze deden haar herinneren aan haar leven in het voormalig Nederlands Indië. Er werd daar van alles en nog wat te koop aangeboden. Ik had toen veel moeite met de geur van de versproducten zoals vis en vlees. Ze trokken ook veel vliegen aan. Ik weet wel dat ik niet zo lang daar in die ruimte ben geweest. Ik ben maar buiten, in de wind gaan staan wachten.
In dat gebouw bevindt zich tegenwoordig beneden een markt met vooral souvenirs. Boven echter, is een soort restaurant waar dagelijks Antilliaans eten gekookt wordt. Het rook daar lekker. Omdat het een open ruimte betrof waar de wind heerlijk doorheen waaide, voelde ik me daar rustiger. De hele reis was toch al een behoorlijk emotioneel gebeuren, dus we probeerden de drukte te vermijden. Daar hebben we wat eten gekocht en meegenomen naar onze kamer. Het smaakte voortreffelijk! We namen ons direct voor om tijdens een eventueel volgend bezoek aan het eiland, veel meer van die keuken in Plasa Bieu gebruik te gaan maken.