|
Hanny en David bij Fort Nassau |
De school begon om half acht en ging door tot een uur of half twee. Tegen twaalf uur stroomde de lucht van vers gebakken brood de klaas binnen. De bakkerij bevond zich in onze straat, de Ilandweg dicht bij de kruising met de Winnetouweg. Officieel heette die bakkerij Hollandse Bakkerij. We kochten daar ons brood, dat in witte papierenzakken werd verpakt. De winkel was een onderdeel van de fabriek. Als het zo uitkwam vroegen we om een stuk deeg. Dat draaiden we om een stok en bakten we dan boven een vuurtje. Het leuke was dat je het hele bakproces van heel dichtbij kon volgen. De winkel bevond zich in een kleine kantoorruimte aan de voorzijde.
De geur van vers gebakken brood deed mijn maag nog harder knorren. Na het ontbijt van zeven uur, had ik immers niets meer gegeten. Wel gedronken. Dat deden we op school uit de zogenaamde 'cooler'. Een fonteintje dat ijskoud water produceerde, dat omhoog spoot en je met de mond moest opvangen. Ik ging het eerste halfjaar vaak met een flink knorrende maag weer vlug naar huis.
Wat me opviel was dat ik geen gymnastieklessen heb meegemaakt in die zesde klas. De Antillianen waren blijkbaar lenig genoeg.