|
LWV |
Het ging aanzienlijk beter met ons op Curaçao. Er kwam frisdrank in huis, flesjes Cruz, we dronken ook wel limonadepoeder die in water opgelost werd (flavour it?), we aten soms 's avonds op de veranda drumsticks (eten buiten de normale etenstijden om!) en gingen naar de supermarkt zonder boekje voor op de pof. De supermarkt was niet ver van ons huis vandaan. De tent heette Henderson. Wat mij het eerste opviel was dat appels en peren per stuk werden verkocht. Het was in de winkel altijd lekker koel. We gebruikten melkpoeder, die in water opgelost moest worden. Het drinkwater werd geregeld door tankers aangevoerd en dat kon je aan het water proeven : olie! Er werd ook water uit de grond gepompt door het waterbedrijf LWV ('s Landswatervoorziening). De waterleiding naar ons huis lag bovengronds. Als ik ging douchen, moest ik wachten tot het gloeiend hete water uit de leiding was. Water werd in een grote kan in de koelkast bewaard. Die koelkast was voor ons een nieuw stuk keukeninventaris. De margarine zat in enorm grote blikken. Het verse fruit was een verademing. Wat een verschil in smaak! Ik maakte daar ook kennis met de lekkernij pasteitje. Maar ook met funchi en vissoep. Funchi wordt gemaakt van maismeel en heeft veel weg van een zachte, vochtige cake. Vond ik. Funchi werd min of meer gezien als voedsel voor de armen, terwijl het vaak als bijgerecht gezien werd. Als wij aan Antilliaanse vrienden vroegen of ze soms ook funchi aten, dan werd daar heftig 'Nee man, we zijn niet arm!' op geantwoord. De vissoep werd vaak gemaakt van vissenkoppen. En lekker dat die soep was!