Geen sightseeing


Mamma, Rita en Jacques op Westpunt
Ondanks de komst van de Kever en de spotgoedkope benzine deden we nauwelijks iets op het gebied van sightseeing. We reden meestal naar de stad of naar de Michielsbaai. De keren dat we op Westpunt geweest zijn of bij Hato zijn op twee vingers te tellen. Naar het centrum van de stad en de Michielsbaai gingen we vaker. Het was wel telkens een crime om in de smoor hete Kever te gaan zitten. De skai bekleding smolt bijna. Achterin de kattenbak zaten de jongsten, Tineke en David. Op de achterbank zaten de jongens en voorin pa en moe. Toen de kleine Rita erbij kwam werd het nog benauwder. Het is nu ondenkbaar dat je met zoveel mensen in een autootje kruipt. Wat zeg ik? Je mag tegenwoordig zo niet eens meer varkens vervoeren.
Bij Hato met Jacques Goey
We zijn dus nooit op de Christoffelberg geweest en hebben de slavenhuisjes daar nooit van dichtbij bekeken. Ook niet bij de Tafelberg. Ook Fort Nassau, dat zo mooi hoog gelegen was, heb ik niet van dichtbij mogen zien. Het zelfde gold voor de monumenten. We reden wel geregeld langs het Vrijheidsbeeld. Ik ben wel een keer in het West End theater geweest. Daar hebben mijn broer Joop en ik gekeken naar de film Muiterij op de Bounty. Van de kust heb ik ook nog de Bullenbaai mogen zien en ik ben aan de noordkant geweest. Daar werd huishoudelijk afval in zee gestort. Naar zeggen vonden daar ook zelfmoorden plaats. De levensmoede zielen sprongen naar beneden, naar de haaien. Er werd namelijk gezegd dat daar veel haaien zwommen. Bij het vliegveld Hato bevond zich ook een soort prostitutiewijk : Campo Alegre. Daar hingen soms uniformen in de bomen, werd ons verteld. Dat natuurgebied lag veel te ver van ons huis om even naar toe te lopen (zucht). Dat hadden deze pubers natuurlijk al onderzocht na de verhelderende sekslessen van vriend Mike.