Na Barbados te hebben verlaten koerste de Prins der Nederlanden naar Trinidad. Van dat eiland kan ik me niets herinneren. Evenmin van de haven van Port of Spain. Daar werd net als op Barbados weer wat lading gelost en vervolgens voeren we naar Venezuela.
Daar aangekomen, in de haven van Caracas, heerste een bedrukte sfeer. Aan boord was duidelijk een enorme spanning te voelen. Er kwamen militairen bewapend met automatische geweren aan boord. Ze namen posities in voor de loopbrug, zowel op de kade als aan boord. Ik vond de hele toestand nogal bedreigend overkomen. En dat voelde ik niet alleen. We werden ver weg van de nors kijkende militairen gehouden. Niemand mocht van boord. Ik begreep dat het nog maar een halve dag varen zou zijn naar Curaçao. Die gedachte deed me de nare sfeer wat vergeten.