De kunuku in

Drumband op het voetbalveld van Suffisant

Kever tussen gave pick ups
De kunuku kan ik het beste omschrijven als 'het platte land'. Zeg maar het land buiten de reguliere bebouwing. Het landschap is vaak stoffig vanwege de droogte en komt als dor en doods over. En uiteraard veel stenen. Fijn korrelige steentjes. Maar als je goed oplet, dan is er toch veel leven te zien. Zelfs veel groen, al zou je dat niet verwachten.
Samen met mijn broertje Ruud en in eerste instantie ook de buurjongen Royce, trokken we erop uit. Royce kende de wandelroutes en wij stopten die in ons geheugen. De eerste wandelingen deden we zonder Royce naar de Suffisant kazerne. We staken de Gosiweg over en liepen via de Kolonel Winkelweg langs een school naar de Essoweg. Dan naar rechts, naar de kazerne. Daar lag ook een sportveld. Niet zo groen als hier, maar bruin. Zand, kleine steentjes en veel stof als er gespeeld werd. We keken geregeld naar voetbal van Mariniers, die ook tegen plaatselijke teams speelden. Er werd ook honkbal gespeeld.
Later liepen we ook naar de Muizenberg. Boven op die berg bevond zich een enorm waterreservoir in de vorm van een ronde tank. We zijn een paar keer een route gelopen, die langs een kerkhof liep.Wij hadden daar geen enkele moeite mee, maar onze Antilliaanse vrienden wel. Die waren bang overvallen te worden door geesten. We hadden ons goed voorbereid op de voettochten. Er ging water mee en onze 'jachtwapens'. Dat waren katapulten voor steentjes en gebogen metalen krammen. We hadden ook een 4,5 mm windbuks, maar die mocht eigenlijk niet de tuin uit. Eigenlijk niet, maar ja. Je weet wat er kan gebeuren als pubers plannen smeden. Daarom hadden we ook lucifers mee. Op die berg, die eigenlijk een heuvel was, rustten we dan uit. Zittend in de schaduw van de watertank en genietend van het uitzicht en de passaatwind, die ons bezwete lichaam koelde. De omgeving zag er desolaat en dor uit en kwam rustgevend over. Tegenwoordig schijnt het vol te staan met woningen.