|
Mijn rapport in kleur (dus dicht) |
Op school kon ik vrij goed meekomen. Het leren ging me nogal gemakkelijk af en dat leidde tot veel uitstel en uiteindelijk afstel. Het was zo dat als ik een onvoldoende haalde voor een schriftelijke overhoring, mijn wanprestatie door een van de ouders thuis moest worden ondertekend. Voor aanvang van de eerst volgende les moest de getekende overhoring ingeleverd worden. Achteraf gezien betrof het altijd onvoldoendes voor het vak Duits. Omdat het wat uit de hand liep, begon ik mamma's handtekening na te maken. Tot op de dag van vandaag lijkt mijn eigen handtekening verdacht veel op die van mijn moeder. Haha!
De gedichten vond ik ook een ramp. Elke maandag moest ik een gedicht uit mijn hoofd kennen. Net als op de lagere school toen ik voor de maandag een Gezang of Psalm uit mijn kleine hoofd moest leren. Het was dus maandagochtend flink duimen, om vooral geen beurt te krijgen. Ik ging dat gedoe als een soort indoctrinatie beschouwen.
|
Met schoolrapport |
In klas zeven ging ik een keer 's middags naar de gymzaal. Daar speelden leerlingen volleybal. Ik had die tak van sport nooit eerder beoefend. Toch stapte ik het veld in toen mij gevraagd werd een tekort bij een van de teams aan te vullen. Vanaf de eerste bal maakte ik indruk. Ik geef toe het verbaasde mij zelf ook, dat ik die ballen zo goed kon opvangen, afspelen en sturen. Gevolg was dat ik sindsdien steevast gevraagd werd en me ging richten op het verdelen van het spel. Daarbij had ik vooral oog voor de zwakkere spelers. Als ze telkens genegeerd werden, zouden ze nooit sterker kunnen worden, dacht ik toen. Mijn eerste stappen in het volleybal waren daarmee gezet. Van het docentenkorps op de Marnix herinner ik me nog alleen meneer Ter Haar, Jansen, Saarberg, Sellies en Admiraal. De laatste zag ik vele jaren later in Leiderdorp terug.
Op de foto staan Tineke en David trots met hun rapport. Ik ben nooit met mijn rapport op de foto geweest. Nogal vreemd, want op zo'n zwart-wit foto zie je al die rode cijfers toch niet?